KIJKWIJZER MUSEUM, TENTOOSTELLING of BEELDEN(PARK)ROUTE
I Informatie
1 Noteer de zakelijke gegevens van het museum, de tentoonstelling of beelden(park)route:
> Naam van het museum, de tentoonstelling of beelden(park)route:
> Eventueel naam samensteller/conservator
> datering
> Locatie waar je het hebt gezien
> Tijd wanneer je het hebt gezien
2 Bewaar je toegangsbewijs en eventueel een folder of catalogus. Maak minimaal één
foto waarop te zien is, dat je daadwerkelijk bij het museum, de tentoonstelling of
beelden(park)route bent geweest
3 Zoek minstens één recensie of toelichtende over het museum, de tentoonstelling of
beelden(park)route:
II Vorm
4 Is het pand/park oorspronkelijk als museum/beeldenpark gebouwd of aangelegd? Zo
nee, waarvoor is het in eerste instantie bedoeld?
5 Beschrijf het museum, de tentoonstelling of beelden(park)route.
6 Wat omvat de collectie of de tentoonstelling?
7. Hoe staan de kunstwerken en voorwerpen in de ruimtes opgesteld?
8. Welke middelen heeft/hebben de inrichter(s) gebruikt?
9. Vertel hoe de inrichter(s) de getoonde objecten heeft/hebben gestructureerd?
10. Is de 'routing', dat wil zeggen de richting waarin je door de zalen loopt oflangs de
getentoonstelde voorwerpen gaat, logisch of juist niet? Leg je antwoord uit.
III Inhoud
11 Waar gaat dit museum, deze tentoonstelling of deze beelden(park)route over?
12 Zegt de naam of titel iets over de inhoud? Zo ja wat?
13 Wat is de reden dat de inrichter(s) de ruimte zo heeft/hebben ingericht, denk jij?
14 Heeft dat iets te maken met zijn/hun functie? Zo ja, wat?
15 Welke ordening ligt aan de presentatie ten grondslag? (Chronologisch, thematisch
enzovoort)
16. Verstrekt/Verstrekken de inrichter(s) informatie over het tentoongestelde? Zo ja,
hoe gebeurt dat? (Tekstborden per zaal/per object, video/film, audiotour, zaalpapier,
catalogus enzovoort)
17 Begrijp je de manier waarop de informatie wordt gegeven? Vind je de informatie wel/niet
storend? Hoe komt dat?
IV Functie
18 Wat is volgens jou het doel van de opstelling?
> Het tonen van (een deel) van de geschiedenis.
> Het tonen van (delen van) van het oeuvre van een of meerdere kunstenaars,ontwerpers,
schrijvers of andere personen.
> Het genieten zonder verdere bijbedoelingen.
> Het oproepen tot eigen interpretatie (stimuleert de beschouwer zelf over het onderwerp
na te denken en daar zijn/haar eigen mening over te vormen)
> Het uiting te geven aan religieuze gevoelens of het bevorderen van meditatie.
> Het oproepen van emoties.
> Anders, namelijk...
V Jouw reactie
19 Wat verwachtte je toen je het museum, de tentoonstelling of het beeldenpark ging
bekijken? Klopte jouw verwachting? Leg je antwoord uit.
20 Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt?
21 Geef in maximaal 100 woorden je oordeel over het museum, de tentoonstelling of het
beeldenpark (positief of negatief).Vergeet niet aan te geven hoe je aan die mening
komt. Geef voorbeelden uit de voorstelling. Verwerk in je betoog ook wat je bij de
vragen hierboven hebt genoteerd.
Maak jouw eigen website met JouwWeb