KIJKWIJZER MUZIEK

 I            Informatie

1     Noteer de zakelijke gegevens van het concert of de voorstelling:

>         Naam orkest/band/ensemble

>         Bezetting (instrumenten)

>         Locatie

>         Datum  concert of voorstelling

2     Bewaar je toegangsbewijs en je programma. Maak minimaal één foto waarop te zien

        is, dat je daadwerkelijk bij de voorstelling bent geweest.

3     Zoek minstens één recensie of krantenartikel over het concert of de voorstelling.

 

II         Vorm/opbouw

4    In wat voor ruimte vond het concert of de voorstelling plaats? In een concertzaal, op een

      jazz- of poppodium of op een bijzondere locatie?

5    Beschrijf in enkele woorden het toneelbeeld. Denk daarbij aan decor, licht,

      kostuums/grime, opstelling van de muziekgroep en/of de solist op het podium.

6    Wordt er gebruik gemaakt van moderne media zoals film en video? Wat is daarvan het

      effect op de muziek en de voorstelling?

7    Op welke manier is het concert of de voorstelling opgebouwd? Denk aan afwisseling in

      langzame/snelle nummers, harde/zachte en korte/lange stukken.

8    Geef bij een onderdeel van het concert of de voorstelling aan welke van de volgende je

       hebt gehoord. In welk muziekstuk/nummer/lied is dat geweest?

>    herhaling van stukjes muziek

>    meerstemmigheid

>    afwisseling in coupletten en refreinen

>    solo's

>    meerdere melodieën door elkaar heen

>    improvisatie

>    iets anders , namelijk.....

 

III         Inhoud

9   Bij welk muziekgenre kun je het concert of de voorstelling indelen?

10  Valt de muziek binnen dit genre onder een bepaald subgenre? Zo ja, welk subgenre?

11  Is er sprake van cross-over (vermenging) van (sub)genres? Zo ja, benoem deze.

12  Welke kenmerken van het muziekgenre vallen je het meest op?

13  Houden de verschillende muzieknummers verband met elkaar? Leg uit hoe ze verband met elkaar houden of juist niet.

14 Als er sprake is van een verhaal of een thema, hoe wordt dit dan duidelijk gemaakt? Dat kan zowel in de tekst, de muziek als in de presentatie tot uiting komen.

 

IV          Functie

15 Wat is de doel van het concert of de voorstelling? Amusement, een boodschap, een

      verhaal of puur luisterplezier? 

16  Voel je je betrokken bij de muziek? Is er sprake van communicatie tussen de

      muzikanten en jou?

17 In hoeverre heeft het toneelbeeld (zie 5) een functie gehad in het concert of de

     voorstelling?

 

V            Jouw reactie

18  Wat verwachtte je toen je naar het concert of de voorstelling ging? Klopte jouw

      verwachting? Leg je antwoord uit.

19  Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt?

20  Geef in maximaal 100 woorden je oordeel over het concert of de voorstelling (positief of

      negatief). Vergeet niet aan te geven hoe je aan die mening komt.  Verwerk in je betoog

      ook wat je bij de  vragen hierboven hebt genoteerd.

Maak jouw eigen website met JouwWeb